Deze dinsdag doorkruist de vierde etappe van de Tour de France voor de laatste keer Bretagne, met een parcours van 150 kilometer tussen Redon en Fougères. Hoewel het parcours volledig vlak was, had het laatste deel van de etappe een hellend karakter dat vergelijkbaar was met de vorige etappe, die veel valpartijen in het peloton had gekend.
Een nieuwe massasprint werd verwacht in Fougères, dus alleen Van Moer (Lotto) en Périchon (Cofidis) gingen samen op pad in de vlucht van de dag. Net als de dag ervoor was bij de Intermarché-Wanty-Gobert-ploeg de Nederlander Danny van Poppel van dienst voor de eindsprint.
De achterstand op de twee renners leek onder controle, maar toen Van Moer met nog 14 kilometer te gaan wegreed van zijn mede-vluchter, liep hij uit naar meer dan een minuut voorsprong. Het gebrek aan organisatie van het peloton gaf de Belg lang hoop, maar uiteindelijk werd hij gegrepen met nog 300 meter te gaan.
Boy van Poppel, die de rol van sprinter op zich nam in plaats van zijn broer Danny die een mechanisch probleem had, werd negende in de door Mark Cavendish gewonnen sprint, en behaalde zo de eerste top 10 van de ploeg in deze Ronde van Frankrijk. Met zijn 33 jaar is het ook de eerste keer dat Boy in de top tien van een Touretappe eindigde.
Mijn broer Danny zei me dat ik me moest klaarmaken om zelf te sprinten en daarom kreeg ik de steun van Loïc Vliegen, Jan Bakelants en Jonas Koch om de finale door te komen. Ik zat in een goede positie in het wiel van Mads Pedersen, maar zijn lead-out man Stuyven nam te veel tijd om de sprint aan te vatten en we kwamen ingesloten te zitten. Zonder dat, ben ik ervan overtuigd dat de top 5 mogelijk was. Maar ik ben tevreden, ik eindigde in de top 10 van de grootste wedstrijd ter wereld.
