Na vier zenuwslopende dagen in Bretagne kreeg het peloton van de Tour de France een individuele tijdrit van 27 kilometer voorgeschoteld tussen Changé en Laval, in de Mayenne. De eerste van twee tijdritten van deze 108e editie was bedoeld voor specialisten, aangezien deze geen echte moeilijkheden kende. Het parcours bestond afwisselend uit lichte beklimmingen en lange rechte stukken, met name tussen Louverné en Bonchamp-lès-Laval, en eindigde met een technische finale in Laval met bijna tien bochten.
De eerste renners die van start gingen, onder wie Georg Zimmermann om 12u42, hadden even optimale omstandigheden. Maar toen kwam de regen op het parcours, waardoor het oppervlak nat werd voor de renners die binnen de eerste twee uur van start gingen. De Zuid-Afrikaan Louis Meintjes zette de snelste tijd neer voor de Intermarché-Wanty-Gobert-ploeg, door het parcours af te leggen in 34:56. De ritzege ging naar uittredend Tour de France-winnaar Tadej Pogacar (UAE).
We streefden naar de best mogelijke prestatie voor Louis Meintjes en Jan Bakelants in deze tijdrit. We hadden het goed voorbereid, want het was een technisch en heuvelachtig parcours. Uit de prestaties van onze twee klimmers tegen dit veld van wereldklasse blijkt dat we onze plicht goed hebben gedaan. Als we de tijd van Louis vergelijken met die van concurrenten met een vergelijkbaar profiel, laat hij een goed niveau zien. Vanuit technisch oogpunt zag ik een uitstekende aansnijding van de bochten door Louis, die ook zijn versnellingen in de heuveltjes perfect afstelde. Zowel hij als Jan hadden nog wat kracht op de laatste klim met nog twee kilometer te gaan. Hun toestand verbetert van dag tot dag, wat een positieve factor is voor de komende etappes.
