De vierde rit in de Ronde van Oman (2.Pro, 10-15/02) deze zondag werd een intens gevecht tussen de leiders in het algemene klassement. De schermutselingen begonnen bij het begin van deze korte rit van 119 kilometer tussen Al Sifah en Muscat. Het peloton scheurde door de vele versnellingen, waardoor een groep van vijftien renners na anderhalf uur aan de leiding reed. Daarbij waren Jan Hirt en Rein Taaramäe, de tweede en zesde in het voorlopige klassement.
Na de hergroepering voor halfkoers heeft Intermarché-Wanty-Gobert heeft de verantwoordelijkheid in het peloton in handen genomen door Kévin Van Melsen, Tom Devriendt en Julius Johansen het verschil met een ontsnapping van zes renners te laten controleren. Het sextet begon aan de driedubbele beklimming van Bousher Al Amerat (4km aan 6,6%) met een voorsprong van minder dan één minuut.
De favorieten gingen opnieuw de strijd aan in de tweede beklimming van Bousher Al Amerat en Jan Hirt kwam bergop nooit in de moeilijkheden. Met de hulp van Hugo Page en Rein Taaramäe had hij op alle aanvallen een antwoord. Deze ritmewissels zorgden ervoor dat een groep van zeven renners met Jan Hirt de oversteek naar de ontsnapping konden maken.
De Italiaan Masnada (Quickstep) heeft van de afdaling gebruik gemaakt om zich af te scheiden en solo naar Muscat te rijden. Hirt bereikte de lijn in zevende positie, terwijl Page en Taaramäe in de tweede achtervolgende groep naar de finish reden. De Tsjechische klimmer bezet de derde plaats in het voorlopige klassement daags voor de koninginnenrit die de renners naar de top van Jabal Al Akhdar (6km aan 10%) brengt. Taaramäe is voorlopig negende.
Het was een zware dag, want het ritme was vanaf de start erg hoog en bovendien waren ook de warmte en de hoogteverschillen extra tegenstanders. Collectief waren we erg sterk. Charmig had slechts twee ploeggenoten om zijn trui te verdedigen en daarom hebben wij onze verantwoordelijkheid opgenomen. Ik ben teleurgesteld dat ik met oog op het algemene klassement zoveel tijd op Masnada heb moeten toegeven. Ook al was het een sterk nummer van hem en was de samenwerking in onze groep niet ideaal, we hebben onze achtervolging nooit stopgezet. Naar het einde van de rit toe kreeg ik met krampen te maken, waardoor ik voelde dat ik in de vlakke finale richting de finish niks extra meer kon geven. Ik kijk al vooruit naar de rit van morgen, die een interessante opportuniteit voor mij kan zijn. Bergop heeft Masnada me er niet af kunnen rijden, dus wil ik voor ritwinst op de Jabal Al Akhdar gaan.
