Deze zondag is de Oise rivier het achtergronddecor van de 71e editie van de Classique Paris-Chauny (1.1, 25/09), die sinds 2018 World Teams in haar wedstrijd aan de start toelaat. 205 kilometer langs de rechteroever tussen Margny-les-Compiègne en Chauny met acht gecategoriseerde beklimmingen worden voor de wielen geschoven. De laatste hindernis, Côte de Guivry, gaat vooraf aan de drie lokale ronden van 9,5 kilometer in Chauny waar traditioneel gesprint wordt. Het is op deze manier dat Intermarché-Wanty-Gobert met Dion Smith (2e) en Danny van Poppel (3e) respectievelijk in 2018 en 2020 dicht bij de overwinning kwamen.
In de optiek om in geval van een groepssprint de hoofdrollen te spelen, kan de selectie onder leiding van Jean-Marc Rossignon rekenen op de Italianen Andrea Pasqualon en Riccardo Minali. De 4e plaats van eerstgenoemde in Eschborn-Frankfurt getuigt van zijn uitstekende conditie. Andere snelle troeven zijn de Duitser Jonas Koch en de Nederlander Wesley Kreder, die de laatste weken in België bijgedragen hebben aan de sterke collectieve prestaties van de sprinttrein. Deze vier renners zullen koersen in het gezelschap van Loïc Vliegen, winnaar van de Tour du Doubs in 2020, van Théo Delacroix die al aan zijn 21e wedstrijd op thuisgrond toe is en van superknecht Kévin Van Melsen.
« Mijn top 5 plaats in Frankfurt was een bevestiging van mijn goed gevoel in aanloop naar de wedstrijd. Ook deze zondag is het parcours heuvelachtig in het middelste deel van de wedstrijd voor een vlakke finale. Het is misschien geen World Tour koers deze keer, maar bij analyse van het parcours en de deelnemers merkten Riccardo en ik op dat er enkele topsprinters aan de start komen. Hopelijk zijn er naast ons nog een aantal teams die van de hellingen gebruik willen maken om de wedstrijd hard te maken. Ook het finale bochtige circuit ziet er niet makkelijk uit. Deze omstandigheden spelen zeker in ons voordeel! »
Selectie:
Théo Delacroix
Jonas Koch
Wesley Kreder
Riccardo Minali
Andrea Pasqualon
Kévin van Melsen
Loïc Vliegen
Sportieve Directie:
Jean-Marc Rossignon
