Deze zaterdag hebben de renners onder sportieve leiding van Valerio Piva het initiatief genomen in het vijfde en laatste Monument van het seizoen, Il Lombardia (1.WT, 9/10). Eerst vertegenwoordigde de ervaren Jan Bakelants, die voor de negende keer aan de start van de Klassieker van de vallende bladeren kwam, Intermarché-Wanty-Gobert Matériaux in de ontsnapping. Tien renners konden zich in de eerste beklimming van de dag, de Madonna del Ghisallo, afscheiden.
Op de top van de tweede beklimming had de kopgroep een voorsprong van zes minuten, een verschil dat halfkoers tot vier minuten gereduceerd werd. Onder impuls van de Belg overleefde de kopgroep over de Zambla Alta, het hoogste punt van deze laatste World Tour wedstrijd van het seizoen. Onmiddellijk na de hergroepering in de afdaling trok Lorenzo Rota in de tegenaanval, zodat hij zich op 45 kilometer van de finish kort alleen op kop bevond.
Het was uiteindelijk in de beklimming van de Passo di Ganda dat alles beslist werd. Pagacar maakte van de steile flanken gebruik om het verschil met zijn concurrenten te maken. In de vallei richting Bergamo kreeg hij het gezelschap van Masnada, die hij in de sprint kon verslaan. Na zes uur inspanning eindigde Lorenzo Rota 28e op zijn thuiswegen.
Samen met Odd Eiking en Simone Petilli kreeg ik de taak om met de ontsnapping mee te gaan en daar slaagde ik in. Het was een interessante kopgroep, met sterke motoren zoals Campenaerts of Wellens, waardoor ik de hoop had dat we lang konden overleven. Het peloton gaf ons echter geen grote voorsprong, ze kozen de hele dag voor een groot tempo. Wanneer we teruggepakt werden heb ik mijn best gedaan om tot de laatste klim voor het team nuttig te zijn. Ik ben tevreden om de World Tour campagne te besluiten met onze trui vooraan. We bleven van onze eerste tot laatste wedstrijd trouw aan onze offensieve koersstijl.
