De Ronde van Wallonië begon deze zaterdag met een explosieve finish op de top van de Muur van Hoei en dat voor het eerst in de geschiedenis van het evenement. De renners moesten de Muur voor het eerst overwinnen op een dertigtal kilometer van het einde, gevolgd door de aankomst op de top van de tweede passage na 174,4 kilometer wedstrijd.
Thuis, nam het World Team zijn verantwoordelijkheid op kop van het peloton om de kloof met de vroege vluchters, die kort na de start op de aerodroom van Namen ontsnapten, te controleren. Het werk van Kévin Van Melsen aan kop van het peloton maakte het mogelijk om het gat voor de eerste passage over de Muur van Hoei naar iets meer dan één minuut terug te dringen.
Een compact peloton presenteerde zich dan aan de voet van de slothelling om de ritzege te betwisten.De vice-Italiaans kampioen behaalde de zesde plaats, 5 seconden na de winnende wereldkampioen Julian Alaphilippe. Ondanks een oponthoud door een valpartij op 15 kilometer van de finish werd Loïc Vliegen elfde voor Biniam Girmay, twaalfde. Een sterke collectieve prestatie dat de leidersplaats in het ploegenklassement opbracht.
Deze Ronde van Wallonië is mijn eerste wedstrijd sinds één maand en drie dagen geleden beëindigde ik een hoogtestage in Livigno. Het kost dus altijd wat tijd voor de benen om zich aan te passen, maar ondanks alles ben ik erin geslaagd om een zesde plaats te behalen. Dat ziet er goed uit voor de volgende etappes, te beginnen met die van morgen dat me iets beter moet liggen aangezien ze onderweg wat moeilijker is. Ik ben ook optimistisch omdat we een sterke ploeg hebben, dat hebben we vandaag kunnen zien. Kévin Van Melsen reed een lange tijd op kop van het peloton, Biniam Girmay en Aimé De Gendt hebben me tijdens de rit goed geholpen. Het is spijtig dat Jan Bakelants en Loïc Vliegen in de finale door een valpartij opgehouden werden. Maar er komen nog vier ritten en we kunnen nog verschillende strategieën overwegen om ons klassement te verbeteren, bijvoorbeeld door aan te vallen.
